Glamping in Sri Lanka: Slapen in safari tent in Wilpattu Nationaal Park

In een jeep rijden we een bospad af en voila, daar zien we het tentenkamp. Alsof we in een luxe hotel aankomen in plaats van de bush worden we welkom geheten met een koud drankje. Over bospaadjes lopen we naar een open plek in het bos. Hier staat een heuse chef voor ons klaar, koksmuts en al. We leren hoe je roti bakt op een bloedhete plaat van 250 graden. Ondertussen maken we de beroemde dahl curry, gemaakte van oranje linzen. Deze dahl curry krijg je werkelijk in elk restaurant en is niet zo pittig, dus prima voor ons smaakpalet. Aan Ferry de eer om er de verschillende kruiden – chili peper, zout, kurkuma, curry leaves, zwarte peper en toe maar ook nog wat hete groene pepertjes, aan toe te voegen! In de schaduw van een boom staat een tafeltje voor twee personen gedekt. Hier krijgen we een driegangen lunch geserveerd. Onze zelfgebakken roti met dahl smaakt nog lekkerder dan anders!

 

Wilpattu is het oudste en grootste nationaal park van Sri Lanka. Het ligt drie uur rijden ten noorden van Colombo. Het ligt daarmee een stukje van de toeristische route, waardoor veel mensen de omweg niet maken. Hoewel het makkelijk in te voegen is als stop van de luchthaven tussen Colombo en Negombo enerzijds en Anuradhapura en Sigiriya in de Culturele Driehoek anderzijds. Wilpattu is het beste gebied om de lippenbeer (slothbear) te spotten, een paar maal per week zien ze hem. Ook wordt er met regelmaat een luipaard gespot. Het park is 1317 km2 groot en het is heel bosachtig. Hierdoor is het een uitdaging om de dieren te zien, maar als je er dan eentje spot, geeft het des te meer voldoening. Er komen veel minder toeristen dan bijvoorbeeld in Yala in het zuiden. Zie je dus een bijzonder dier, dan ben je vaak een van de weinigen, wat het meer tot een echte natuurbeleving maakt. Maar je moet dus wel geduld hebben en je hebt zeker geen garantie dat je een lippenbeer of luipaard ziet!

 

 

Onze belangrijkste missie van deze safari is een lippenbeer spotten, dus duimend gaan we op weg! Al snel zien we een paar pauwen, het nationale dier van India en de jungle fowl –een soort wilde haan- het nationale dier van Sri Lanka. We zien een spotted deer (gevlekt hert) en een landmonitor (soort hagedis). Een mangoest (een civetkatachtig roofdiertje) sprint de weg over en als we een stop maken om wat te drinken zien we een toque makaak (aap) naar ons kijken. Bij een meer zien in de verte wilde buffels grazen. Wilpattu heeft heel veel meertjes, waardoor het een heel belangrijk gebied voor (migrerende) watervogels is. Het valt dan ook onder de Ramsar conventie  (een internationale overeenkomst om belangrijke watergebieden voor watervogels te beschermen) en is door Unesco uitgeroepen toe belangrijke biosfeer. We zien veel verschillende vogels, zoals de neushoornvogel, zeeadelaar, king fisher en een Asian Paradise Fly catcher. In de boom zit een schattige grey langur, een aap met een zwart gezicht. Als we het park uitrijden staat er opeens een majestueus Sambah hert naar ons te kijken. En op weg naar huis worden we getrakteerd op een sterschildpad volgens onze gids na de luipaard schildpad in Afrika, de mooiste schildpad ter wereld!

 

 

 

Op een open plek in het bos is een kampvuur gemaakt. We krijgen ons eigen plekje en bestellen een biertje en een gin-tonic. Daarna gaan we aan tafel, een romantische setting voor twee! Ook nu krijgen we een goed smakend driegangen diner. We worden door de staf als VIPS behandeld. Het is Madam en Sir voor en na, en we voelen ons bijna celebrities door alle aandacht!

 

Onze natuurgids vindt het jammer dat we geen luipaard of lippenbeer gezien hebben en omdat we morgen weer verder reizen, vraagt hij of we het leuk vinden om als extraatje buiten het normale programma om een kleine nachtwandeling te maken. We kijken of we slapende dieren kunnen vinden in de bosjes rondom het kamp. We vinden een paar slapende vogels tussen de takken, opgerold als een pingpongbal met veren. Ik realiseer me dat ik nog nooit een vogel heb zien slapen! Tussen de bladeren hangt een vlinder te slapen, zijn vleugels netjes gevouwen. Als ik een foto maak, reflecteren de witte vlekjes op zijn vleugel alsof ik een blacklight gebruik. Geen slangen of tarantula’s gespot!

 

 

We volgen de romantische fakkels over de bospaadjes naar onze safaritent. Tot zover heeft de hele ervaring werkelijk geen enkele overeenkomst met het ouderwetse kamperen met mieren in je eten en met een w.c.rol onder je arm naar het toiletgebouwtje. Sterker nog, het voelt op en top luxe! Maar hoe is het slapen in een bush camp? Onze safaritent lijkt op een klein huisje. In de voortent is een zitplek gemaakt. In het tweede gedeelte staan opgemaakte bedden, waarin we prima slapen. Achter in de tent is onze eigen badkamer met wasbak, wc en douche. Wat een luxe! Er zijn 2 verschillende safarikampen met ieder zijn eigen stijl tenten. Big Game Camps is ingericht met zitzakken in de zithoek en is wat meer rechttoe rechtaan, maar dat geeft eigenlijk niets, want eigenlijk slaap je alleen maar in de tent. Mahoora Camps is luxer, met een zitbank, kunst aan de muur, sfeerverlichting en kaarsen in de tent. Ideaal als je gesteld bent op meer luxe en een ruimer budget hebt.