_edited-2.jpg)
Veiligheid Zuid-Afrika: Wilde dieren

- Volg alle aanwijzingen van safari gidsen en de instructieborden op.
- Kom niet te dicht bij wilde dieren. Koop een telelens als je close-up fotos wilt maken. Neem een verrekijker mee.
- Kom nooit tussen een moeder en haar jong, of tussen een nijlpaard en het water.
- Voer de dieren niet. Dieren komen op (de geur van) voedsel af. Met een banaan in je handen tussen een groep bavianen gaan staan op Kaap de Goede Hoop, is vragen om moeilijkheden. Soms lijkt een verzoek erg vreemd, maar er zitten gegronde redenen achter. In sommige parken wordt uitdrukkelijk gezegd geen citrusvruchten mee te nemen. Olifanten kunnen deze van ver ruiken en kunnen erg ver gaan om deze vruchten uit de auto te krijgen. Al ken je de achterliggende reden niet, volg simpelweg alle instructies op die worden gegeven. Ze zijn niet voor niets.
- Verstoor een dier niet met waar het mee bezig is. Geef het de ruimte.
- Over het algemeen zijn de dieren gewend aan auto’s. Als je rustig rijdt, heb je meer kans om dieren te zien. Zie je een dier, rij er dan rustig naar toe. Oogt een dier nerveus, stop dan op een afstandje. Eventueel kun je later nog iets dichterbij proberen te komen, maar jaag een dier nooit op met je auto. Zijn het kleinere dieren, doe je motor dan uit. Bij olifanten, neushoorns en buffels laat je je motor lopen om eventueel snel weg te rijden.
- Pas op met (de zeldzame) zwarte neushoorns, zij vallen snel aan.
- Vertoont een dier verdedigend of agressief gedrag, trek je dan terug. Olifanten schudden hun hoofd en flapperen met hun oren, katachtige blazen en slaan met hun staart. Rij rustig achteruit of verder.
- Een dier ziet de auto met inzittenden als één geheel. Door de auto ziet en ruikt het de mensen niet. Blijf dus een geheel met de auto, ga niet uit raampjes hangen of staan in open jeeps. Blijf in je auto, tenzij je op een plaats bent, waar staat aangegeven dat je eruit mag. Jij ziet misschien die leeuw in het hoge gras niet, maar hij jou wel! Wil je graag lopen, boek dan indien mogelijk een looptrip met een ranger. Die vertelt je wat te doen en heeft een geweer mee voor noodsituaties. Er zijn ook lodges met privé reservaat waar je veilig kunt rondlopen (zoals de lodges in Waterberg, Louis Trichardt en Swaziland waar wij mee werken).
- Als je door struikgewas loopt, draag dan laarzen of hoge wandelschoenen, sokken en lange broek ter voorkoming van slangenbeten en teken. Loop niet op blote voeten rond, bijvoorbeeld op een camping.
- Overweeg in je eerste wildpark mee te gaan met een ranger. Je leert dan het een en ander, daarbij weet een ranger het beste dieren te spotten. Als je iets anders dan de Big Five wilt zien, kan een ranger je ook goed helpen. Bespreek van te voren wat de mogelijkheden en kansen zijn, als je graag iets specifieks wilt zien.
- Neem een gids over wildlife spotten mee, bijvoorbeeld: Lonely Planet – Watching Wildlife Soutern Africa (engelstalig). Een gids met veel plaatjes zal je plezier enorm verhogen. Opeens zie je niet meer ‘nog een soort hert’, maar een springbok, impala, hartebeest, gemsbok of sabelantiloop.
Met in acht neming van de tips en een dosis gezond verstand, zal je als toerist zelden iets overkomen in een wildpark.