Diep de Jungle van Sumatra in

Zouden er ook prachtige plekjes in de jungle zijn, waar je wel de orang-oetans ziet, maar verder nauwelijks andere toeristen? Ik neem de proef op de som en ga in Ketambe, aan de andere kant van het Gunung Leuser Nationaal Park, de jungle in. De onderzoekspost van de biologen die de orang-oetans bestuderen, is van Bukit Lawang naar Ketambe verplaatst. Hier komen weinig toeristen, want het is wel 10 uur rijden van Medan. Er wordt echter al jaren gediscussieerd over een weg dwars door het Nationaal Park! Het is wel duidelijk dat hier nauwelijks toeristen komen, het guesthouse waar we verblijven is eenvoudig, maar  wordt niet onderhouden.

 

’s Ochtends zie ik vooral veel bloedzuigers en weinig apen. Het is ook wel spannend om stil door de jungle te lopen op zoek naar dieren. De gids is echter bedrukt, we hadden allang apen moeten zien. Hij weet dat reizigers heel erg teleurgesteld zijn als ze niets zien. Ik zou ook zeker mijn nagels erbij op eten, ware het niet dat ik vorige week in Bukit Lawang een flink aantal orang-oetans heb gezien.

 

We lunchen naast een rivier met hotspring. In de borrelende hotspring koken we een eitje. Iets verderop komt het kokende water samen met het ijskoude rivierwater, wat een uiterst aangenaam bad oplevert. Midden in de jungle liggen we heerlijk in het warme water en dat terwijl we al twee weken geen warme douche hebben gezien! Op de terugweg zien we rode Macace apen, Thomas Leaf apen en als we door en door bezweet de jungle weer uitkomen zien we de gewone Macace apen in de bomen naast de weg zitten! Helaas dit keer geen Orang Oetans gespot, wél een echte jungle ervaring. 

 

Conclusie: het is slimmer om in Bukit Lawang op zoek naar orang-oetans te gaan. Meer kans op orang-oetans, én je verstoort het onderzoeksproject in Katambe niet. Daarbij is Bukit Lawang op de route van Medan naar Tobameer, en zijn de voorzieningen een stuk beter.