Godsdienst in Bali: Balinees Hindoeisme
_bewerkt-1.jpg)
Bali, het eiland van de 1000 tempels, is een bijzondere vakantie bestemming en niet voor niets populair. Eén veel gehoorde reden hiervoor is dat de bevolking zo ontzettend vriendelijk en gastvrij is. Daarnaast lijkt alles op het groene Bali ‘mooi’ te zijn. Beiden zouden heel goed iets te maken kunnen hebben met het Balinees hindoeïsme en het geloof in karma, waarbij al het goede dat je doet, weer bij je terug komt.
De komst van hindoeïsme naar Bali
In de zevende eeuw heeft het hindoeïsme zich vanuit India via handelsroutes verspreid naar Bali. Het hindoeïsme op Bali is gemengd met animisme en heeft zijn eigen vorm gekregen. Naar verluidt heeft het Balinees hindoeïsme zijn vorm gekregen, nadat het grote Majapahit-Hindu koninkrijk rond 1520 uit Java naar Bali vluchtte voor de opkomende Islam. Veel priesters en kunstenaars kwamen vanuit Java naar Bali. De Bali Aga, de oorspronkelijke bewoners van Bali, trokken zich terug in de bergen om aan de nieuwe invloed te ontsnappen. De mensen die overbleven pasten zich aan en legden het hindoeïsme over hun eigen, animistische, gewoontes.
Goddelijke drie-eenheid en Tri Hata Karana
.jpg)
De Balinezen aanbidden de drie eenheid van Brahma, Shiva en Vishnu, drie aspecten van de ene god Sanghyang Widi. De goden staan voor creatie (geboorte), behoud en vernietiging (dood), oftewel de cirkel van het leven. De Tri Hita Karana filosofie zorgt dat men streeft naar een harmonie met God, met de natuur en tussen mensen onderling. Door deze harmonie zal voorspoed ontstaan. Daarnaast vereren ze de dewa –voorouderlijke goden-; dorps oprichters; de goden van aarde, vuur, water en bergen; goden van vruchtbaarheid, rijst, technologie en boeken; èn de demonen die in de wereld onder de oceaan wonen. Daarentegen wonen de goden hoog in de bergen, en de berg Gunung Agung is de heilige berg, met daarop de heiligste ‘moeder’tempel Besakih. Door middel van vliegeren kan men met de goden spreken èn tegelijkertijd plezier hebben!
Vele tempel ceremonieën
Ieder dorp heeft drie tempels. Ieder huis op Bali heeft zijn eigen tempeltje, hoe groot of klein ook. En voor al deze tempels worden ceremonieën gehouden, bijvoorbeeld wanneer het de ‘verjaardag’ van de tempel is. Daarnaast worden voor volle maan, ‘zwarte’ maan en voor heel veel verschillende feestdagen, ceremonieën gehouden. Het moet dus gek lopen wil je tijdens een vakantie op Bali niet een ceremonie tegen komen. Voor een ceremonie maakt men versieringen van palmblad en bloemen, en de mooi aangeklede vrouwen dragen op hun hoofd hoog opgestapelde torens van fruit en zoetigheden naar de tempel. Een schitterend plaatje!
Spiritualiteit is vervlochten met het dagelijks leven

De bedoeling is om de Goden te behagen, met al het moois. Daarnaast is het ook belangrijk om de demonen rustig te houden. Het is belangrijk om de balans te houden tussen goede (dharma) en slechte (adharma) krachten. Iedere dag worden er op alle belangrijke plaatsen, bakjes met bloemen en wierook neer gezet. Een voorbeeld van zo’n belangrijke plaats is je werkplek. Vandaar dat je bloemenoffertjes tegen komt op de balie (voor de goden) of stoep (voor de demonen) van een winkel of restaurant, op het dashboard van een auto of brommer, of midden op de dansvloer van een club. Om aan al die ceremoniële verplichtingen te kunnen voldoen is het voor een Balinees handig om een tuin vol bloemen en fruit te hebben. Men heeft veel oog en aandacht voor het esthetische aspect van het dagelijks leven, immers dat is dè manier om de Goden te behagen! Daarnaast moet er veel geoefend worden op de gamelan en met het Balinees dansen. Vaak hoor je ’s avonds vanaf je veranda in de verte het oefenen op de gamelan.
Mee naar de tempel
De Balinezen zijn flexibel ingesteld en open naar gasten. Dat je een foto wilt maken als ze met hun offermand op hun hoofd naar de tempel lopen, vinden ze helemaal niet gek. Eerder vinden ze het een eer, immers, het is duidelijk dat je hen er mooi uit vindt zien. Ga echter niet in een tempel op een hoger gedeelte of in het gebied van de priester staan. Als je je netjes aankleedt (sarong, sjaal om middel, en bedekte schouders, liefst bedekte armen), vinden ze het ook niet vreemd als je mee doet aan de ceremonie in de tempel. Het handigste is om dit te doen, samen met een Balinese vriend of gids. Zij kunnen zorgen dat je de juiste kleren draagt, de regels in acht neemt, offertjes, bloemen en wierook verzorgen. Maak je geen zorgen, mocht je onverhoopt een foutje maken, dan zal je dit minzaam vergeven worden, zoals men ook een onwetend kind zijn fout zou vergeven.
De traditionele tempel kleding op Bali
_bewerkt-1(2).jpg)
Vrouwen dragen een batik sarong met de knoop aan de zijkant. Daarop dragen ze een kanten kabaja (kanten bloes met lange mouwen en een hele rij knoopjes aan de voorkant) en een gekleurde sjaal om het middel. Ze zien er vaak prachtig uit, met make-up, opgestoken haar en gouden sieraden. De mannen dragen een (vaak bruine of blauwe) batik sarong met de knoop aan de voorkant voor meer bewegingsvrijheid, soms is er nog een kortere sarong overheen gebonden. Ook mannen dragen een sjaal om hun sarong. Vaak dragen ze een wit bloesje met korte mouwen en ze dragen een Udeng of Destar (een soort traditionele bandana). Deze kan van batik stof zijn, maar op sommige ceremoniële dagen moet het een witte Udeng zijn. Personen in een tempel die helemaal in het wit gekleed zijn, zijn meestal priester, healer of hulp van de priester.
Pecalang
Een Pecalang is een traditionele Balinese ‘politieman’. Het is een soort dorpspolitie. Ze treden vaak op om grote ceremonies in goede banen te leiden. Pecalang is te herkennen aan zijn zwarte uniform. Meestal is dit een zwart t-shirt met een rood-zwart geruite sarong, met een bijpassende Udeng.
Op Nyepi is de Pecalang de enige die buiten zijn, en zij stoppen iedereen die de straat betreedt en stuurt de overtreder van de stilte terug naar huis. Ook zullen zij iedereen die de rust verstoort, bijvoorbeeld door luide muziek te draaien, terecht wijzen. De Pecalang heeft net zo veel aanzien als een politie agent in uniform in het westen.