
Lovina is eigenlijk een verzameling van een aantal dorpjes aan een strandgebied van acht kilometer: Kaliasem, Kalibukbuk, Anturan, Tukadmungga en Pemaron. Het geheel wordt Lovina genoemd, waarbij Kalibukbuk het hart van Lovina lijkt, met een hoefijzervormige straat met restaurantjes en winkeltjes. In de jaren tachtig werd Lovina populair als tegenhanger tot het te drukke zuiden. In vergelijking tot de strandplaatsen in het zuiden is Lovina laidback. Er zijn tientallen hotels, restaurants en winkeltjes en geen honderden, zoals in Zuid-Bali. Buiten de restaurantjes en barretjes met live muziek van lokale bandjes, is er geen uitgaansleven tot diep in de nacht. De hotels liggen verspreid over het gebied van acht kilometer, voor een klein bedrag is een brommer of auto taxi te regelen, alternatief kan er een flinke strandwandeling naar de restaurantjes worden gemaakt. De stranden van Lovina zijn een soort grijzig van het zwarte vulkanisch zand en daardoor niet erg spectaculair. Her en der zijn kleine plekjes waar wat gesnorkeld kan worden. Hier vind je wel strandverkopers, die rondom de stranden bij de hotels posten en jou graag hun waar willen verkopen. Deze verkopers zouden er niet zijn, als ze geen zaken konden doen met de toeristen. Lovina is een soort ‘tussen in’ plaatsje. Het heeft niet de hussle en bussle van het zuiden, maar ook niet de vredige rust van Pemuteran of Amed. De bezienswaardigheden die er zijn, zijn met een dagtrip te doen en voor wie een eigen auto (met chauffeur) heeft, zijn ze ook onderweg te doen. De meeste mensen blijven dan ook niet langer dan een paar dagen in Lovina, en komen vooral voor de dolfijnen.