.jpg)
De meeste mensen doen Lovina aan om dolfijnen te zien. Een dolfijntrip vertrekt net voor de zon opkomt, zo rond 5:30. In een lokale, smalle houten vissersboot gaat men op weg naar het rif waar dolfijnen hun ontbijt komen zoeken. Omdat de kans op succes groot is, maakt praktisch iedere toerist die naar Lovina komt de trip. Met kinderen is het prettig dat er een tamelijk grote kans is dat ze niet worden teleurgesteld. Aangezien dit voor de lokale vissersmannen een welkome bijverdienste is, wordt de trip op elke straathoek aangeboden. Nodeloos te zeggen: je zult niet het enige bootje zijn die op zoek is naar de dolfijnen. Het kan zijn dat er tientallen boten uit varen. Zodra de dolfijnen worden gespot, gaat uiteraard iedere bootsman er met ronkende motor op af. Niemand wil immers een ontevreden toerist aan boord. Sommige toeristen eisen zelfs hun geld terug of een nieuwe kans de volgende morgen, als er geen dolfijnen zijn gezien. Het hoofd van de vissersgemeenschap vindt een afstand van 50 meter goed, maar toeristen vragen dichterbij te gaan om foto’s te maken. Zodra één boot dichterbij gaat, volgen de anderen. Niet iedereen vindt deze excursie daardoor leuk en maakt zich zorgen over het welzijn van de dolfijnen. In hoeverre de dolfijnen zich aan de motorbootjes storen is een punt van discussie. Hoe dan ook, de dolfijnen komen in

ieder geval praktisch iedere dag weer terug. En zo lang dat zo is, en mensen ze willen zien, zullen de dolfijntrips door gaan. Om dit op een duurzame manier te doen is een zelfregulering door zowel toeristen als de vissersgemeenschap nodig, helaas is dit er nog steeds niet.