Malang

Er zijn bewijzen gevonden, dat Malang in de 8e eeuw al een bloeiend koninkrijk onder koning Gajayana was, maar de meeste geschiedkundige info dateert van later tijden. Rond de 14e eeuw was Malang onderdeel van het Majapahit-rijk en in de 17e viel Malang onder de heerschappij van het rijk van Mataram. In die periode werd ook door de handel met de landen in het westen de islam in Indonesië geïntroduceerd. Zo’n honderd jaar later kwamen de Nederlanders en namen zij de leiding over de stad op zich. 

 

Vanwege de ligging tussen het Kawi-Butakmassief en het Tenggergebergte met de actieve vulkanen Semeru en Bromo en op een hoogte van zo’n 400 meter had Malang een koeler klimaat dan de handelsstad Surabaya. Dit maakte dat Malang een populaire plek voor de Nederlanders was voor een tweede huis. Dit zie je nog steeds terug in de Jalan Ijen waar de straat breed is met koloniale huizen. Ook de omgeving die erg vruchtbaar was, werd erg ontwikkeld in die tijd met de ontginning van land voor thee-, cacao en rubberplantages.

 

Tegenwoordig heeft Malang bijna een miljoen inwoners. De stijging van de bevolking is een tijd zo sterk geweest, dat er ook sloppenwijken ontstonden. Inmiddels zijn de meeste van de bewoners daarvan verhuisd naar betere huizen.

 

Het vierkante plein de Alun Alun vormt het centrum van Malang. Het is gecreëerd aan het eind van de 19e eeuw en er werden imposante gebouwen voor de regenten neergezet. Ook de grote moskee kreeg een prominente plek aan het plein. Aan het eind van de dag komen mensen bij een op het plein om elkaar te ontmoeten, wat te slenteren, hun waren te verkopen en kleine hapjes te eten. Op vrijdag rond één uur is het er erg druk vanwege het vrijdaggebed; niet alle gelovigen passen in de moskee en zodoende worden kleedjes ook op het plein uitgerold. Naast de moskee is de Gereja Immanuel, de protestantse kerk. Vanaf het plein is het een klein stukje naar Toko Oen, als je daar niet wilt eten, is het wel een leuke plek om even wat te drinken en Jan Hagel-koekjes te kopen. Schuin tegenover Toko Oen vind je de katholiek Heilige Hart kerk, waar je vrij wel altijd binnen kunt lopen, ook als er een mis is. 

 

 

De vogeltjesmarkt (pasar burung) is ook op loopafstand van de Alun Alun. Hij is gelegen langs de Brantas Rivier. De markt is niet heel groot, maar wel heel levendig en ook hier zie je verschillende dieren. Het is heerlijk daar even rond te kijken, maar jammer, dat ze de brommers niet verbieden. Als je vogeltjesmarkt af loopt en daarna iets naar links, dan kom je op de bloemenmarkt, prachtige, exotische planten vind je er.

 

Als je niet de hele dag de tijd hebt, is het leuk om een becak te nemen om zo meer van de stad te bekijken. Met de becak kun je door de Jalan Ijen rijden om de mooie, koloniale huizen te bekijken.

 

Of bezoek de Chinese wijk en de Chinees boeddhistische tempel Eng An Klong. Daar zie je de Chinese manier waarop het boeddhisme beleden wordt. Hier zijn taoïstische en confusiaanse invloeden te zien; om iets over je toekomst te weten, schud je een buisje met stokjes. Het stokje dat er uit valt, heeft een nummer met een bijbehorend briefje, waarop je toekomst verteld staat.