Bergdorpjes Tawangmangu en Sukuh

Tawangmangu is een dorpje op de flank van de berg Lawu, op ongeveer 40 kilometer afstand van Solo. Het plaatsje ligt op zo´n 1000 meter hoogte en is daarom erg populair bij de wat rijkere bevolking van Solo en Yogyakarta als plek om in weekenden te vertoeven, weg van de warmte van de stad. Sukuh is een van de dorpen in de omgeving van Tawangmangu. Deze omgeving is vooral een leuke plek, omdat je er mooie wandelingen kunt maken en er liggen een paar mooie en bijzondere hindoeïstische tempels.
Wandelingen in de omgeving van Tawangmangu en Sukuh kunnen soms pittige klimmetjes bevatten, maar de uitzichten zijn mooi. Je vindt er afhankelijk van welke kant van de berg je loopt, theeplantages, rijstvelden, allerhande groentes die verbouwd worden, zoals pepers, stevia, wortels, uien en rozen om bepaalde insecten te weren.
Ook zijn er meerdere watervallen in de buurt van Tawangmangu; Parang Ijo, Jumog en de hoogste van 80 meter de Grojogan Sewu. In het park bij deze waterval zijn ook twee zwembaden, waar niet altijd water in staat – en bovendien vinden lokale mensen het al snel te koud – een tokkelbaantje, wat eettentjes en in de weekenden is het er altijd druk. Pas wel op voor de apen die je er ziet; ze zijn natuurlijk leuk om naar te kijken, maar ze zijn brutaal en voor je het weet, word je bestolen. Ga nooit op ze af, zeker niet als ze jongen hebben; als je gebeten wordt, moet je naar het ziekenhuis en dat wil je niet op je vakantie.
Candi Sukuh
_bewerkt-1.jpg)
Deze tempel (= candi) nabij Sukuh en Tawangmangu is een hindoeïstische tempel, die bijzonder is vanwege zijn architectuur en de basreliefs. Vaak spreekt men over erotische tempel, als men het over de Candi Sukuh heeft, hetgeen begrijpelijk is gezien de afbeeldingen.
De tempel is misschien gebouwd in de 15e eeuw, aan het eind van de dynastie van de Majapahit, maar het is ook goed mogelijk dat de hoofdconstructie veel ouder is en dat reliëfs zijn toegevoegd rond 1440. Dit is ook de tijd waarin het hindoeïsme niet meer zo floreerde en de islam in opkomst was. In dit gebied vind je echter meerdere hindoeïstische tempels (Candi Ceto en Candi Sarawati) en ook nu is een deel van bevolking daar hindoe.
De tempel is, net als de andere hindoeïstische tempels, gebouwd op de flank van de vulkaan Lawu en ligt op 910 meter hoogte. Aan deze berg werden spirituele krachten toegeschreven, die van belang waren voor de vruchtbaarheid en ook een rol speelden bij animistische geloofsvormen en voorouderverering.
.jpg)
De Sukuh-tempel is qua bouw heel uniek. Hij lijkt niet op bijvoorbeeld de Prambanan of hindoeïstische tempels uit andere tijden of gebieden. Hij bestaat uit drie terrassen. Op het hoogste terras bevindt zich de belangrijkste tempel, deze is een stompe piramide, meer zoals de Maya-tempels er uit zagen, met een smalle steile trap om op het bovenste plateau te komen. Nog regelmatig vind je er offers van bloemen en wierook. Bij de entree van de trap vind je aan beide zijden twee naga’s; draken-slangen, zoals je die ook vaak ziet bij boeddhistische tempels. Daarbij staan twee grote stenen schildpadden met afgeplatte schilden. Misschien werden deze ook als offerplaatsen gebruikt. Een schildpad heeft verschillende betekenissen; als drager van de wereld, maar ook als teken van een lang leven.
Er zijn mooie reliëfs te zien, die soms hele verhalen weergeven. De oorsprong is niet altijd te verklaren. Duidelijk is wel dat de smid in die tijd in hoog aanzien stond, omdat hij in staat was tot het smeden van een kris, die soms zelfs de legitimiteit van een heerser waarborgde, maar ook omdat men de smid spirituele gaven toedichtte. Op één van de reliëfs is een smid een kris aan het smeden, met daarbij een dansende Ganesha, de zoon van god Shiva, met olifantenhoofd en mensenlijf. Verder zie je afbeeldingen van de linga (fallus), de yoni (de vagina), van mensenetende reuzen en Garuda’s. Een lokale gids kan de tempel met zijn mooie verhalen tot leven brengen.