Op dit moment zijn we bezig met een nieuwe website. Kom binnenkort terug en bekijk onze nieuwe routes, bestemmingen en excursies!
Kun je niet wachten met het boeken van een rondreis? Rondreizen Riksja Travel →

Talen in Suriname

In Suriname  worden ongeveer 20 talen gesproken. De meeste Surinamers zijn dan ook meertalig. Het Nederlands is in Suriname de officiële taal. Op school, bij de overheid en in de media wordt alleen het Nederlands gebruikt. het Sranan Tongo (oftewel Surinaams) is de tweede taal. Daarnaast wordt er veel Sarnami (Surinaams Hindoestaans) gesproken. Andere talen die gesproken worden, zijn het Javaans, Chinees, Portugees, de verschillende  Marrontalen (zoals Saramaccaans en Aukaans) en Inheemse talen. Het Surinaams wordt de ‘contacttaal’ genoemd, iedereen spreekt eerst Surinaams en dan Nederlands. In Paramaribo wordt bij de Chinese supermarkt veelal in het Surinaams gecommuniceerd. In het binnenland wordt ook voornamelijk Surinaams gesproken. Leuk om te weten is dat in het Groene Boekje, de officiële Woordenlijst Nederlandse Taal, honderden Surinaamse woorden staan.
 

Maak indruk in Suriname en leer een paar typisch Surinaamse uitdrukkingen!

  • Ik heb hem een bok gegeven - Ik heb hem een standje gegeven.
  • Hij maakt een mooi oogje voor haar - Hij kijkt haar lief aan.
  • Zij neemt een half bad - Zij wast alleen haar handen, voeten, en gezicht.
  • Die kinderen spelen elke dag huisje - Ze spelen elke dag vadertje-en-moedertje
  • Eet me mars - Je kan de pot op.
  • Hij heeft zijn vriend plat gegeten - Hij heeft van zijn vriend geprofiteerd.
  • Je hebt een blaka geslagen - Je hebt geblunderd.
  • Zij heeft losse buik - Ze heeft diarree


Wel Nederlands, maar toch net een beetje anders:

  • Wanneer Surinamers gaan douchen zeggen ze dat ze gaan “baden”.
  • Verf wordt in Suriname niet geroerd maar gedraaid
  • Ook de nasi wordt niet geroerd maar gedraaid
  • Haar is niet lang maar groot.
  • Aubergine heet hier “boulanger”
  • lente-ui is “prei”
  • bloem (meel) is “blom”
  • een eend heet “doks”
  • een borrel heet een “shot”
  • priklimonade heet “een soft” oftewel Fernandes
  • vruchtensap heet kortweg “sap”
  • braakliggend terrein heet een “bloot perceel”
  • klein persoon wordt aangeduid als “die korte”
  • een pleegkind is een “kweekje”
  • alle tandpasta merken worden Colgate genoemd​
 

Surinaams

Als je ècht indruk wilt maken, leer dan ook enkele Surinaamse zinnetjes. Handig als je buiten Paramaribo gaat:

NederlandsSurinaams
  • Hoe gaat het?​
Fai go/ fa waka?
  • Goed/het gaat
Bun of ai go
  • Hoe heet je?
Fa yoe neng?
  • Ik zie je morgen
Mi o sjie joe tamara
  • Waar ga je naar toe?
Pe joe e go?     
  • Ik ga naar de stad
Me e go na foto
  • Wil je iets drinken
Joe wani dringi wan sani?
  • Ja
Ai
  • Nee
No
  • Waar woon je?
Pe joe e tan?
  • Ik hou van je
Mi lobi joe
  • Frisdrank
Soft of Fernandes (merk van een frisdrank)
  • Bier
Biri (Parbo Bier = Djogo)
  • Borrel
Sopi
 

Saramaccaans

De Boven Suriname rivier wordt bewoond door Marrons van de stam der Saramaccaners. Als je dat gebied bezoekt (met bijvoorbeeld de bouwsteen Semoisi, Danpaati of Awarradam) is het handig enkele Saramaccaanse zinnetjes/woordjes te kennen:
 
NederlandsSaramaccaans
  • Binnenland
Tap sey
  • Hallo, ben je oke?
Un de nôh?
  • Ja, ik ben oke
Un de óó,
  • Hoe gaat het met je?  
U fa nango
  • Gaat goed
Bunu bunu
  • Het is oke
A bunu            
  • Ja 
Aai
  • Nee
Nono
  • Bedankt
Gaan tangni fi
  • Mijn naam is
Mi dan…
  • Hoeveel kost het?
Andi?/ un meni en?       
  • Je bent aangekomen?
Kwaki nôh?
  • Ja ik ben gekomen
Ai kwaki óó
  • Ga je je wassen?
Go wasi nôh?
  • Ja ik ga me wassen
Ai go wasi óó
  • Ben je wakker?
I weki noh?
  • Ja ik ben wakker                      
Mi weki óó (en de persoon die de vraag opent eindigt met “SOOOO”)
.
 

Wajana en Trio indianen

 
De Trio en Wajana indianen spreken ieder hun eigen taal. Als je bijvoorbeeld Palumeu en/of het Kasikasima gebergte bezoekt, zijn een paar woordjes van beide talen handig:
 
 
NederlandsWajanaTrio (Tareno)
  • Goedemorgen (en de reactie daarop)
Ewetonam? (\Ïna, jetomam!)Eenta? (Aha, jenta!)
  • Hoe gaat het met u (Goed)
Tara? (Ipok)Kure mana? (Kure wai!)
  • Welterusten / vaarwel
KïnïkïïKitënine pa
  • Ik ben blij!
Tawakenma!Sasame!
  • Dank u wel
Ipok manaiNapohpa
  • Hoe heet u?
Enik ëwëhet?Akï ëeka?
  • Ik heet ….
Jehet ....Jeka...
  • Ja
ÏnaAha
  • Nee
UwaOwa
  • Hoe oud ben je?
Tapsik weji man?Ahtare ïranta to?
  • Heb je kinderen?
Tipeinom keka man?Tïnmuhje mana?
  • Ik weet het niet
Tuwarëra waiJiwame
  • Ik hou van je
Ëhenma waiEije wai
 
 
Stel je reis samen
Beleef de aanraders van kenners
Ga van de gebaande paden
Maak écht contact met de locals
Laat je bestemming beter achter